Kunst is als de
liefde, je voelt het in je binnenste
Annelies Hoek
exposeert bij Galerie Pictura
In Galerie Pictura
wordt op vrijdagavond, 14 december om
20.00 uur, door Patrick Berben,
verbonden als antropoloog - advocaat aan het Tropenmuseum in Tervuren (B) , de
expositie van Annelies Hoek geopend. Zij is bekend geworden door haar
portretten van b.v. Koningin Beatrix en
Kardinaal Simonis, en exposeert portretten, naakten en stillevens.
Tot en met 12 januari
2002, dinsdag t/m zaterdag tussen 14.00 u. en 17.00 u. te bezichtigen, bij
Galerie Pictura - Aijenseweg 16b - Aijen (Gem. Bergen Lb.)
Annelies
Hoek werd in 1943 in Geleen geboren. In
het gezin Hoek was het gebruikelijk dat ook de meisjes voor zichzelf zouden
kunnen zorgen. Het kostte de jonge Annelies dan ook enige moeite alvorens zij
de richting op mocht die ze wilde: de schilderkunst. Inmiddels heeft Annelies
zich gevestigd als een begenadigd en veelgevraagd portretkunstenares. Zelfs
H.M. Koningin Beatrix poseerde voor de in Weert woonachtige kunstenares. In
haar ruime boerderijtuin staat een in stijl gebouwd atelier, ruim en licht, vol
met portretstudies, naakten en stillevens. Een kleurige omgeving waar ik ogen
te kort kom.
De gastvrije kunstenares begint meteen enthousiast
over haar werk te praten. Het is haar passie waar ze vol van is en
tegelijkertijd relativeert ze de dagelijkse praktijk. “Portretschilderen is
eigenlijk geen kunst,” zegt ze, “het is een vies woord”. Ik kijk haar vragend
aan. “Portretschilderen is werk in opdracht, daar verdien je geld mee en daarom
noemen echte kunstenaars het geen kunst, want het is geen vrij werk.” Meent ze
dat nou of is het bescheidenheid? “In ieder geval werd er vroeger op die manier
tegenaan gekeken. Ik geloof wel dat het nu wat meer geaccepteerd is. En eerlijk
gezegd is het wel kunst, maar het is ook een vak. Als je de techniek niet
beheerst, kun je het wel schudden. Ik heb in de loop der tijd gemerkt dat ik
dit goed kan. Ik heb wel eens gedacht om een landschap te schilderen maar dat
ligt mij niet. Het portret wel. Ik ben erg op mensen gericht. Niets is
boeiender dan de mens. Het is soms millimeterwerk om de juiste uitdrukking te
pakken, maar dat is nou net het mooie van mijn werk.”
Reddende
engel
Annelies wilde altijd al tekenen en schilderen. Op
de lagere school mocht ze al van de meester kabouters en elfjes op het bord
tekenen omdat ze dat zo goed kon. En ook thuis tekende ze dat het een lieve
lust was maar het was natuurlijk geen vak waarin je je brood kon verdienen. Dus
moest Annelies een degelijke opleiding gaan volgen. Dat werd de A
verpleegkunde. Maar ze hield het niet vol. Ze voelde zich doodongelukkig.
Schilder Sierk Schröder werd haar reddende engel. Schröder en haar ouders
deelden gezamenlijke vrienden. Deze vrienden toonden tekeningen van de jonge
Annelies Hoek aan Schröder waarop deze het advies gaf om met een dergelijk
talent naar de academie te gaan. En zo mocht Annelies alsnog naar de academie.
Als 21 jarige kwam ze in Amsterdam terecht. Daar studeerde ze vier jaar en in
1969 verliet ze de academie.
Schilderen
is als ademen
In die woelige jaren leerde ze haar man Hans kennen,
ze trouwden en kregen twee schatten van kinderen. Ze bleef bewust schilderen.
“Het portret was mijn redding. Via familie, vrienden en kennissen ging de mare
rond dat Annelies zo goed kon schilderen en dan werd gevraagd om een portret
van deze of gene dierbare te maken. Dat heeft mij me’n penseel doen blijven
vasthouden. Ik geloof dat als ik toen gestopt was, later de drempel erg hoog
zou zijn geweest. Alhoewel, het zit in het bloed dat schilderen. Juist dankzij
mijn weerstandsvermogen ben ik gaan schilderen. Je voelt dat je het kunt en ik
wilde niets anders. Schröder zei over die behoefte: ‘Schilderen is net als
ademen. Als ik niet meer adem, ga ik ook dood’.
Daar kan ik me wel in vinden. Daarom heb ik doorgezet.”
Een
gezicht is als een landschap
Zo op het eerste gezicht oogt haar werk tamelijk
traditioneel. Het is heel toegankelijk en kleurrijk. Maar het kenmerkt zich wel
degelijk door een eigen stijl. Hoek’s kenmerk is een vlotte toets waardoor haar
werk naar impressionisme neigt, een impressionisme dat sterker naar voren komt
in haar vrije werk. Binnen de portretkunst is ze wel aan bepaalde grenzen
gebonden. Maar ze tast die grenzen voortdurend af. “Een gezicht is voor mij een
landschap. Je moet tot iemands ziel doordringen en die essentie proberen weer
te geven in het portret. Als mensen hier komen poseren, zien ze er meestal op
hun paasbest uit. Maar poseren kost wel enige tijd en op een gegeven moment
zakken de meesten door hun pose heen en komt de werkelijke mens tevoorschijn.
Dat moment moet ik hebben.” Ze voelt zich verbonden met Frans Hals en Henri
Matisse. Dat is niet zo gek. Hals portretten zijn ook met een snelle toets
opgezet en de aan de handen besteedt hij soms minder aandacht. Dat zie ik op
eens terug in één van de portretten die Annelies laat zien. Ze verontschuldigt
zich zelfs voor de handen want die zijn nog niet af, maar die vallen mij niet
op. Het is het gezicht dat spreekt en alle aandacht trekt. “Voor de schilder
zijn de handen wel heel belangrijk,” zegt ze, “want als je goed handen kunt
schilderen, lukt de rest ook. De handen zijn het moeilijkst.”
Mijn
werk is mijn verhaal
In haar atelier hangt ook veel vrij werk. Naakten in
krijt en olieverf. Ook hier die snelle toets. Houtskool tekeningen van
Afrikaanse moeders en hun kinderen. Annelies en haar man hebben een bijzondere
band met het zwarte continent. Ze hebben twee jaar in Kenia gewoond en het
blijft trekken. “Een paradijselijke tijd,” zegt Annelies met enige weemoed. Ze
toont haar schetsboek met markante Afrikaanse koppen. Een aantal hiervan vindt
straks hun weg naar de Memisakalender. “Ik vertel met mijn werk een verhaal
zoals een schrijver dat doet met letters. In mijn werk laat ik zien wat ik
beleefd heb. Als die ander dat begrijpt, heb ik contact gemaakt en daar doe ik
het voor. Als ik mensen met mijn werk bereik en gelukkig maak dan vind ik dat
prachtig.” Ze experimenteert met kleuren en er ontstaat een levendige
voorstelling. Of het nu een bord vijgen is of een Afrikaanse vrouw.
Kunst
is als de liefde
Voor de expositie bij galerie Pictura maakt Annelies
vooral vrij werk. Het wordt in meerdere opzichten een bijzondere
tentoonstelling. Bijzonder vanwege het sprekende werk dat Annelies Hoek maakt
en bijzonder omdat Annelies niet zo heel vaak exposeert. Een buitenkans dus om
kennis te maken met een vaardig kunstenares en een charmante vrouw. “Ik een
kunstenaar?,” lacht ze, “ik hoop het. Ach wat is kunst. Het is net als de
liefde. Kun je de liefde onder woorden brengen? Het is iets wat je voelt, het
heeft met echtheid te maken. Maar kunst is relatief. Ik was aan het schilderen
toen die vreselijke terreuraanslag in New York had plaatsgevonden. Ik hoorde
het op de radio en dacht eerst dat het een ongeluk was. Totdat mijn man belde
en zei dat ik naar de televisie moest kijken omdat er iets ergs gebeurd was.
Toen ik die torens zag instorten, dacht ik ‘waar ben ik nou mee bezig?’ Maar ja
aan de andere kant hebben we kunst in ons bestaan nodig. Neen het is geen
eerste levensbehoefte maar het maakt de wereld wel mooier. En dat hebben we
hard nodig, misschien wel juist in moeilijke tijden!”