vrijdag 26 oktober 2001

2001 / 26 okt. Jan Brandsma

Jan Brandsma uit Well bij Pictura

Op vrijdagavond 26 oktober 2001 wordt, door Marijke Klaverdijk uit Nieuw Bergen, om 20.00 uur de expositie geopend van de in Well wonende kunstenaar Jan Brandsma en de Spaanse keramist Pedro del Rio. Van Jan Brandsma zullen werken te zien van rubiaanse vrouwenlijven, dromen en karakterportretten. En van Pedro del Rio keramische vrouwenfiguren. De expositie loopt tot 9 december en is op dinsdag tot en met zaterdag tussen 14.00 u. en 17.00 u. te zien bij galerie Pictura aan de Aijenseweg 16b te Aijen (gem.Bergen), ook te zien op www.galeriepictura.nl

Schilder Jan Brandsma: ik ben op weg naar dat ene perfecte schilderij
Door Karel Bruinsma
 Jan Brandsma werd 63 jaar geleden geboren in het noord Groningse Zoutkamp. In ons land bestaat het hardnekkige beeld dat Groningers en Friezen stugge mensen zijn. Jan Brandsma is het zoveelste bewijs van de onwaarheid van dat beeld. Jan is een vriendelijke reus met een witte baard die op onderhoudende wijze vertelt over zijn werk en zijn leven. Nuchterheid is nog zo'n clichébeeld van de Nederlander en van de noorderling in het bijzonder. Aan dat beeld beantwoordt Jan Brandsma wel. Zijn nuchterheid maakt hem bijna bescheiden als het gaat over zijn kunst. Die is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Voor Jan Brandsma is schilderen uiteindelijk een ambacht, net zoals een goede timmerman of een schrijnwerker.
 Jan begon zijn werkzame leven als producer van radio en televisiedocumentaires bij de Vara. Toen eind jaren 70 bij de Vara een flinke reorganisatie plaatsvond, ging Jan nadenken over zijn toekomst. Schilderen had altijd al zijn interesse gehad. Hij kreeg de kans die interesse om te zetten in werk. Jan zei de omroepwereld vaarwel en werd beeldend kunstenaar. "Daar moet je je niet al teveel van voorstellen hoor," zegt hij nuchter. "Het vak van beeldend kunstenaar wordt danig overschat. Uiteindelijk is het niet meer dan een goede timmerman, schrijnwerker of meubelmaker. Het is een ambacht."
 Onzichtbare wordt zichtbaar
"Ik houd van mooie dingen en toevallig heb ik de mazzel dat ik wat ik zie en voel tot uitdrukking kan brengen in een schilderij." Het kan dan wel een vak zijn, en natuurlijk is dat ook zo, maar zonder talent begin je niets. Jan is autodidact en heeft geen kunstopleiding genoten. "Het voordeel is dat je niet door kennis gehinderd wordt," zegt hij daarover. "Tegelijkertijd is het soms een nadeel omdat er daardoor dingen zijn die nu eenmaal buiten je bereik liggen. Mijn anatomische kennis is minder groot dan die van iemand die een opleiding genoten heeft."
Al of geen kennis. Het hindert Jan niet in zijn kunst. Hij werkt met acryl op paneel. Hij heeft een heel sterk kleurgebruik, helder en transparant, soms onwerkelijk. Zijn penseelstreek is voornamelijk fijn en gedetailleerd. De werken doen denken aan magisch realisme, soms surrealistisch en soms is iets zo fijn geschilderd dat het aan fotorealisme doet denken. Maar het magische heeft de overhand. Jan vindt zijn thema's in sprookjes en in de natuur om hem heen. Hij lijkt de werkelijkheid met een sprookjeswereld te willen verbinden. Hij maakt een onzichtbare werkelijkheid zichtbaar.
 Heb ik dat gemaakt?
Hij laat een schilderij zien van een rubensiaans vrouwenlijf zonder hoofd. Het weelderige lichaam zweeft in een lege ruimte. Het is eigenlijk een vrij plat schilderij en toch vol dimensies. Dat lichaam roept geborgenheid op, trots, moederschap en vertrouwen. Jan is hier heel tevreden over. "Je mag alles meenemen maar dit gaat niet weg. Dit is zo goed gelukt dat ik er zelf geen idee van heb dat het van mij is," zegt hij min of meer verbaasd over zijn eigen kunnen. "Ach weet je, het is gewoon lekker om te doen dat schilderen. Het klinkt raar maar soms lijkt het of ik in trance raak, dat ik buiten mezelf raak. Op zo'n moment zit alles mee. Het is rustig om je heen, je concentratie is optimaal, het weer is goed enzovoort en op zo'n moment krijg je misschien een heel aardig schilderij. Uiteindelijk schilder ik voor mezelf. Maar wat ik dan wel leuk vind, is dat andere mensen iets voelen bij die schilderijen. Hoe die ander mijn werk beleeft, dat vind ik wel boeiend. Zij zien weer dingen die ik zelf niet eens bedoeld had. Maar dat is wel aardig want het gaat uiteindelijk om het gevoel."
Op zoek naar perfectie
"Eigenlijk praat ik niet graag over kunst. Wat is dat nou? Wanneer is iets kunst. Het is uiteindelijk ook maar betrekkelijk. Die betrekkelijkheid toonde mijn dochter eens heel duidelijk aan.
Ik ben niet zo'n opruimerig type en zij is dat wel. Dus ze ruimt de boel op maar een paar dagen later is het weer een rommeltje. Ze heeft er nu iets op gevonden waardoor ze zich niet meer ergert aan mijn rommel. Ze zei tegen mij: pap, ik heb er geen last meer van want voor mij is het gewoon kunst. Nou dat vind ik een meesterlijke oplossing." Een kunstenaar mag dan wel een ambachtsman zijn, hij is ook gedreven, op zoek naar perfectie. "Ik ben op weg naar dat ene schilderij dat volmaakt is. Als ik dat bereik ben ik klaar maar de vraag is wanneer bereik je die staat van perfectie? Ik ben niet snel tevreden met mijn werk. Het werk is eigenlijk nooit af."
Detaillist
Hoewel Jan Brandsma naar eigen zeggen nog steeds op zoek is naar de perfecte vorm heeft hij heel duidelijk zijn eigen signatuur gevonden in zijn werk. Terwijl ik met hem zit te praten blijf ik maar naar een schilderij achter hem kijken. Een vrouw achter een caféraam. Eigenlijk heel eenvoudig maar het blijft mijn aandacht vragen. Over zeggingskracht gesproken.
"Niemand is in staat iets te maken wat er nog niet is," filosofeert Jan door. "Een kunstenaar voegt iets toe aan wat hij of zij al weet. Je neemt de thema's uit je omgeving in je op, bewust of onbewust, omdat je daar gevoelsmatig iets mee hebt. Vervolgens beeld je dat uit in een kunstzinnige uitingsvorm. Ik schilder toevallig, maar het zou ook schrijven kunnen zijn, of beeldhouwen. Ik heb veel bewondering voor Francis Bacon. Ik vind zijn zeggenschap hartverscheurend goed. Maar ik wil iedere vergelijking met een ander vermijden. Dit is mijn kunst en het zijn mijn gevoelens. Voor mij is een kunstenaar een detaillist. Hij laat de details zien van het grote geheel waarin we leven. Hij doet dat op zijn eigen manier." Jan Brandsma heeft zijn manier gevonden.








dinsdag 19 juni 2001

2001 / 19 juni Richard Smeets en Kenne Grégoire

Schilderijen van Richard Smeets en Kenne Grégoire in Galerie Pictura

Van 19 juni t/m 25 augustus zal er bij Galerie Pictura in Aijen (gem.Bergen L.) een expositie te zien zijn, van een collectie originelen werken van Richard Smeets en Kenne Gregoire, de werken komen van diverse collectioneurs.
De expositie is verder te zien op dinsdag tot en met zaterdag tussen 14.00 u. en 17.00 u.

Het werk van Richard Smeets kenmerkt zich door de ogenschijnlijke abstractie en kleur.
Echter bij een langer kijken, neemt men toch een werkelijkheid waar. Het uitgangspunt bij zijn werk is duidelijk figuratief, maar tijdens het beeldend proces vindt er een vermenging plaats van figuratief-  non-figuratief, waardoor de herkenbaarheid van de eerst ontstane vorm bijna niet-herkenbaar wordt door de verwerking van beeld en kleur.

In de eerste periode stond de vrouw centraal, waarin de kleuren licht van toon waren.
De tweede periode stond in het teken van zijn reis naar Azië (1989), waar hij een workshop voor kunstenaars leidde, op uitnodiging van het Maleisische ministerie van Cultuur.
De kleuren werden nu donkerder en geheimzinnig. Een aantal jaren werd hij in beslag genomen door zijn herinneringen en schetsen van het land, waar hij een zekere binding mee had, door de afkomst van zijn moeder. Een triptiek voor het circustheater in Scheveningen, dat als titel “ De dood van de Wajangpop” had, vormde voor hem de afsluiting van de periode waarin hij geïnspireerd werd door zijn ervaringen in Azië. Het kleurgebruik in zijn derde periode zou je bijna een afgeleide kunnen noemen van het kleurgebruik van zijn
Aziatische herinneringen. Nu is Holland met zijn typische landschappen, luchten, water, molens, tulpen en rozen  zijn onderwerp. En ook nu lijkt zijn werk abstract, hoewel er duidelijk uitgegaan blijkt te zijn van de hollandse stereotypen, die uitgewerkt worden tot een geheel van figuratief en non figuratief met de illusie van diepte.

Het werk van Kenne Grégoire daarentegen schildert juist in realistische stijl. Over het algemeen gebruikt hij een 17e eeuwse techniek, een grauwe kleur met daarover heen glacerend de kleuren. De onderwerpen zijn divers. In de jaren 1993- 1995 is de serie met als thema Comedia dell’arte ontstaan. Theatraal uitgedoste mensen die eenzaamheid , vertwijfeling en verlangen verraden. Hun gemoedstoestand is in fel contrast met de feestelijke kleding. Andere uiteenlopend onderwerpen zijn door de jaren heen in series ontstaan. Situaties waarin de mens nadrukkelijk ontbreekt: beslapen bedden, onafgeruimde tafels, ruïnes en arcades. Maar ook desolate gebouwen, trompe l’oeuils met verroest emaillen, romantische landschappen in pakpapier en stillevens in ongewoon perspectief. In opdracht zijn ook een aantal portretten geschilderd. Met zijn diverse keuze-onderwerp wil Kenne laten zien een traditionele techniek niet per definitie om een traditionele 
benadering vraagt.



maandag 16 april 2001

2001 / 16 april Iris Slock

De opmerkelijke beeldtaal van Iris Slock maakt de wereld wat zonniger.

Op tweede Paasdag  16 april 2001 wordt om 15.30 uur door Sef Derks, stafmedewerker van het Limburgs Museum te Venlo, de opening verricht van een opmerkelijke expositie in Galerie Pictura Aijenseweg 16b te Aijen (gem.Bergen lb.)

Iris Slock kwam in 1962 in het Zeeuws-Vlaamse Ossenisse ter wereld maar groeide op in het Brabantse Roosendaal. Ze voelt zich dan ook meer een Brabantse met een Zeeuwse nuchterheid over zich. Ze praat met een Brabantse tongval terwijl ze in bijna alle Nederlandse provincies heeft gewoond. Van grote invloed op haar werk zijn de jaren geweest die ze in Italië woonde. Die zonnige sfeer wil ze graag om zich heen in het grijze Nederland. Ik hou van vrolijkheid, zegt ze over haar werk, er is al genoeg ellende in de wereld, waarom zou ik daar nog iets aan toevoegen? Met haar werk haalt Iris Slock de zon terug in haar eigen leven en daarmee in het leven van anderen.
Haar grootvader was schilder, haar vader docent beeldende vorming en haar moeder doceerde handvaardigheid. Ze groeide op met kunst en haar keuze om zelf te gaan tekenen en schilderen is eigenlijk genetisch bepaald. Maar er moet wel brood op de plank zijn dus ging Iris naar Delft voor een studie lerares tekenen en handvaardigheid. Lesgeven was niet haar steil. Ze wilde zelf creëren dus ging ze naar de kunstacademie in Rotterdam en later naar Groningen. Het lastige was dat ik niet deed wat de docenten wilden. Als ik een schilderij had gemaakt, moest ik van de docent wijzigingen aanbrengen die echter niet van mij waren. Kleur gebruiken was bij haar in die tijd not done. Ik ben dan ook niet cum laude geslaagd. Ik ken mensen die met vlag en wimpel slaagden maar na hun diploma  in een gat vielen. Er was immers geen docent meer die hen zei wat ze moesten doen. Ik kreeg al vrij vlot opdrachten en ging me te buiten aan kleuren. Ik was vrij.
Eerlijk
Haar werk kenmerkt zich nog steeds door kleur. De vrolijkheid en de gulle lach die haar eigen is, komen in haar werk ook tot uitdrukking. De zachte pasteltinten zijn een Italiaanse erfenis. Zelfs als een thema serieus is, blijft de humor aanwezig. Natuurlijk heb ik ook moeilijke momenten maar die hoef ik niet zo zeer te tonen. Mijn werk is niet mijn psychiater alhoewel er natuurlijk wel mijn emoties in zijn verwerkt. Maar ik doe dat liever op een humoristische manier. Pretenties zijn Iris vreemd. Ik ben heel aards. Doe maar gewoon. Waar het mij omgaat is de eerlijkheid. Ik zoek de eerlijkheid in mijn werk. Het zijn vooral de mensen die haar boeien en die dan ook veelvuldig terugkeren in haar werk. Ik kijk naar mensen. Ik ontleed ze en zet ze opnieuw in elkaar op het doek.
Levenslust
Zo ontstaan de figuren van Iris als soms kwetsbare, soms vrolijke maar altijd levenslustige mensen. Het zijn figuren waar je van gaat houden. Als ik vraag of ze door andere schilders beïnvloed wordt, denkt ze even na maar blijft een antwoord schuldig. Als ik dan zeg dat haar werk mij soms aan Picasso doet denken, begrijpt ze wat ik bedoel. Grappig dat je dat zegt. Ik schilder Picasso niet na want dat zou ik niet kunnen en niet willen maar ik bewonder hem wel zeer. Net als Dubuffet trouwens. Het karikaturale en naïeve van Dubuffet en het lijnenspel van Picasso passen echter bij het vrolijke en zonnige karakter van Iris Slock. Haar levenslust en haar visie op de wereld heeft ze op volkomen eigen wijze in haar werk geïntegreerd en maakt het voor de toeschouwer een feest om naar een expositie van Iris Slock te kijken. Je gaat van haar werk houden en het blijft nog heel lang bij je.
Beroep
Iris maakt zeefdrukken, werkt met gemengde technieken maar schilderen met acryl heeft haar voorkeur. Olieverf is eigenlijk ouderwets. Er zijn tegenwoordig zulke goede acrylsoorten. Bovendien is het heel elastisch en craquelleert niet. Trouwens ik kan niet tegen terpentijn. Ik ben erg gevoelig voor Afrikaanse sferen. Ik heb ook een tijd Afrikaans gedanst en draai nog steeds Afrikaanse muziek als ik werk. Het roept een bepaalde sfeer op.Neen ik zou het geen trance willen noemen maar het brengt me wel in een soort blanco staat. Van daaruit ga ik dan aan het werk. Ik geef me zelf een opdracht of een probleemstelling en die wil ik dan op het doek tot uitdrukking brengen. Ik kan soms wel drie uur met de voorbereiding bezig zijn zonder één streek op het doek te hebben gezet, maar dat hoort er allemaal bij. Mensen hebben soms een raar idee over het kunstenaarsschap. Een kunstenaar moet lijden en afzien. Maar het is gewoon mijn beroep hoor en het is soms keihard werken. Het is niet altijd even leuk en ontspannend maar ik zou toch niet anders kunnen.
Goed of slecht?
De vrijheid is haar lief. Ik schep mijn eigen vormentaal. Ook als ik in opdracht werk, doe ik dat in mijn eigen beelden. Ik houd wel rekening met de opdrachtgever maar het is mijn eigen werk dat ik schep. Pas als ik zelf tevreden ben, is een werk klaar. In de kunst praat je ook niet over mooi of vies. Dat zijn veel te beperkte begrippen voor een kunstenaar. Een werk is goed of slecht. Voor mij is een werk goed als het evenwichtig is en als ik heb bereikt wat ik wilde bereiken in mijn eigen beeldtaal. Een taal die aanspreekt en goed te verstaan is. Een taal vol levenslust en dynamiek waarvoor je oog en oor niet sluiten kunt.De expositie van Iris Slock is te zien tot en met 26 mei.













zondag 11 maart 2001

2001 / 11 maart Dick Haakman

De schilderkunst van Dick Haakman is een ode aan de vreugde van het leven
Door Karel Bruinsma

Vanaf zondag 11 maart t/m 7 april toont Galerie Pictura in het Noordlimburgse Aijen werk van kunstschilder Dick Haakman. Verbindend element in deze expositie is het thema muziek. De liefde voor muziek wordt voor een belangrijk deel gevoed door de liefde van Haakman voor zijn vrouw Mascha van Peijpe, een gewaardeerd concertpianiste. De muze van de muziek en de muze van de beeldende kunst zijn in dit paar nauw verbonden en dat levert een intens beleefde vorm van kunstuiting op. Die liefde weet Haakman treffend te vangen met zijn palet en penseel en over te brengen op de toeschouwer.

Dick Haakman is in 1934 in het Noord-Hollandse Bergen geboren.  Een inspirerende wieg voor een kunstenaar. Bergen is immers wijd en zijd bekend vanwege de schilderkunst die er eind 19de en begin 20ste eeuw werd vervaardigd door impressionisten als Gestel, Conot, Mauve. De stijl kreeg zelfs een eigen naam: de Bergense School. En natuurlijk is Bergen de geboorteplaats van de beroemde dichter/schrijver Adriaan Roland Holst. Toen de jonge Dick 23 jaar was had hij het echter wel gezien in dat beroemde Bergen. Hij wilde meer van de wereld zien en vertrok naar de Verenigde Staten. Daar vond hij bij vliegtuigbouwer Lockheed emplooi als technisch tekenaar.  Zes jaar later vond hij dat hij genoeg verdiend had en koos voor een bestaan als zelfstandig en onafhankelijk kunstenaar. Hij ging studeren aan de Kunstacademie van Los Angeles en verkreeg onder meer de opdracht om voor een kerk in Santa Monica een graflegging te schilderen. Het thema is bekend en begrensd. Maar hij kon er zijn techniek mee verfijnen en verbeteren. Daartoe bestudeerde hij het werk van oude meesters en dan met name Titiaan werd Haakman’s lichtende voorbeeld. Die studie werd de grondslag voor zijn eigen manier van werken.

Ouderwetse vakman
Dick Haakman is een ouderwetse vakman. Hij schildert nooit rechtstreeks uit de tube maar werkt altijd met zelfgemengde kleuren van het palet. Door die kleurmenging bereikt Haakman in zijn werk een bijzonder chiaroscuro zoals dat in vaktermen genoemd wordt. Chiaroscucuro betekent het licht-schaduweffect dat een schilder in zijn werk weet te bereiken. Die terminologie is trouwens ook weer een overeenkomst met de muziek. Net als in de muziek wordt ook in de schilderkunst gebruik gemaakt van Italiaanse vaktermen. Haakman beheerst eveneens het vak van het glaceren uitstekend. Met glaceren brengt de schilder zodanig transparante kleuren aan op het doek dat daardoor de kleuren nog intenser op de beschouwer overkomen.

Zintuiglijk genoegen
In 1978 keert hij terug naar Nederland waar hij zijn liefde voor de schilderkunst voortzet.  Door zijn vakmanschap beheerst Dick Haakman vele stijlen. Die veelheid zou er op kunnen duiden dat de schilder nog ‘zoekende’ is naar een eigen stijl. Niets is minder waar. Zijn werk wordt wel degelijk gekenmerkt door een eigen toets. Die zal de toeschouwer onmiskenbaar herkennen. Haakman’s werk neigt soms naar een contemplatieve sfeer. Kijken naar zijn schilderijen is een zintuiglijk genoegen van kleurbeleving. De toeschouwer moet vooral genieten van de schilderijen net zoals de schepper ervan genoot toen hij het werk vervaardigde. Het werk van Dick Haakman houdt het midden tussen figuratie en realisme. Dat is ook afhankelijk van het onderwerp. Daaraan is de stijl ondergeschikt. Bovenal schildert Haakman echter vooral wat zijn hart hem ingeeft en ziet men een verinnerlijkte vorm van kunst. En als je heel goed kijkt hoor je misschien wel Schubert’s Forellenquintett of wellicht Beethoven’s Ode an die Freude. Dat zou heel goed kunnen. Haakman’s werk lijkt immers ook een ode aan de vreugde die het leven ons kan bieden.

Inloopmiddag
Op zondag 11 maart kunt u zelf de kunst van het leven proeven tijdens een inloopmiddag in galerie Pictura, Tussen 14.00-17.00 uur bent u welkom voor een kennismaking met het werk van Dick Haakman. Daarna is de expositie nog te zien t/m 7 april. Galerie Pictura is open dinsdag t/m zaterdag van 14.00-17.00 uur en op afspraak. U vindt Pictura aan de Aijenseweg 16b te Aijen, gemeente Bergen (Limburg).